In deze blog zal ik het hebben over singels en aansingelen omdat ik hier helaas nog vaak dingen in ‘fout’ zie gaan.
Heel veel mensen hebben paarden die in meer of mindere mate reageren op het aansingelen. Ik denk dat 80% van deze paarden een reactie geven van ongenoegen. Dit kan zijn een reactie op de huidige situatie, een slecht passend zadel of een slechte of te korte singel, maar de reactie kan ook een gewoonte zijn geworden door angst van wat er gaat komen.
Een te korte singel
Heel vaak zie ik veel te korte singels. Dit zorgt er niet alleen voor dat de druk niet goed wordt verdeeld maar het zorgt ook voor een hoop gepiel. Aan de ene kant wordt de singel dan op het laatste gaatje gedaan en aan de andere kant kun je hem dan maar net na 5 mislukte pogingen vastmaken. Daar raak je gefrustreerd van en het paard voelt dat haarfijn aan. Als je pech hebt trek je per ongeluk ook het zadel nog wat scheef wat het niet aangenamer maakt voor het paard.
Heb je dan eindelijk de singel aan beide kanten op het eerste gaatje en neem je even afstand, ontspant het paard en kun je vaak opeens die singel een heel eind aan beide kanten omhoog hijsen. Dit omhoog hijsen kan op kan op verschillende manieren. Met rukjes of gestaag met steeds meer kracht. Het meest reageren de paarden op rukjes. Op langzaam opbouwende kracht kan een paard zich instellen. Rukjes zijn erg onaangenaam voor een paard.
Kies voor een goede singel

Kies in ieder geval een goede singel uit. Deze is aan beide kanten hetzelfde. Dus aan twee kanten geen elastiek of aan twee kanten elastiek. Dat elastiek mag eigenlijk per kant niet meer dan 1 a 2 cm uitrekken. Vaak is het drie-laags elastiek en kun je het zonder de stoten te gebruiken zelf bijna niet uitrekken. Heb je maar aan 1 kant elastiek dan is de kans groot dat het zadel naar 1 kant zal trekken doordat de weerstand aan 1 kant groter is dan aan de andere kant.
De gespen mogen bij een dressuursingel niet boven het materiaal uitkomen. Er moet nog een mooi draagvlak tussen de gesp en het paard zitten.

Daarnaast moet de singel lang genoeg zijn en de druk voldoende kunnen verdelen. Dat betekent dus niet een dunne band maar ten minste een drukvlak van zo’n 10 cm breed. Het ene paard reageert goed op een breed draagvlak en de ander heeft liever niet teveel onder zijn buik. Let op bij banaanvormige singels; als die aan de voorkant loskomen van het paard, is de breedte van het draagvlak al snel te klein. Deze moeten dus echt netjes worden aangemeten.



Wat moet je wel doen?
Heb je een paard dat reageert op de singel, ga dan als volgt te werk (overigens geldt dit voor alle paarden om op die manier singeldwang te voorkomen):
- Leg het goed passende zadel op het paard. Zorg dat zowel je zadel als je dekje netjes liggen en maak dan de singel zo vast dat je gemakkelijk aan de andere kant de singelstoten door de gespen heen krijgt.
- Maak de singel aan beide kanten gelijk vast, zo strak dat het zadel goed vastzit. Loop naar de plek waar je wilt gaan rijden en singel het paard nog een keer aan voor je opstapt.
- Na enkele rondjes stappen singel je het paard nogmaals aan.
- Na enkele rondjes draven check je nogmaals de singel of deze gemakkelijk strakker kan. Dan dus nogmaals aansingelen.
Wat moet je niet doen?
- Pieren tijdens het vastmaken van de singel.
- Rukjes geven om het pinnetje in het gaatje te krijgen.
- In één keer op het juiste gaatje aansingelen, doe dit altijd in stapjes.
- Je zadel onvoldoende aansingelen.
Vooral dat laatste hoor en zie ik regelmatig. Echter een loszittend zadel is echt heel vervelend voor een paard. Hij zal dan wellicht lief zijn met opzadelen maar een schuivend zadel zorgt voor veel ongemak tijdens het rijden en is echt onwenselijk.
Singelnijd komt dus niet altijd voort uit een slecht passend zadel maar kan ook komen door de singel of door de manier van aansingelen. Zorg er dus voor dat je met beleid aansingelt en een singel hebt die past.