HORSECONNECT

Is jouw paard trainbaar?

trainbaar-paard

Onlangs hebben we met HorseConnect tijdens het seminar een dag met elkaar gediscussieerd over het onderwerp ‘trainbaarheid van het paard’. Een onderwerp waar je weken over kan praten, omdat er zoveel aspecten invloed hebben op de trainbaarheid. Ook is het goed om te weten wat het verschil tussen trainen en beweging geven is, in welke fase doe je wat en wanneer kan je een paard na blessure gaan revalideren.

De aspecten die van invloed zijn of het paard fysiek trainbaar is:

 

Mentaal
Een paard moet mentaal eraan toe zijn om fysieke training te doen. Als een paard in een stresstoestand zit, leert hij nauwelijks en kan hij zelfs een verkeerde associatie krijgen met training. Fysieke training is dan niet aan de orde, het paard op mentaal vlak weer in balans krijgen heeft dan prioriteit. We hebben het dan ook over een heel ander soort training.

Fysiek
Onder trainen verstaan we het stelselmatig oefenen in een bepaalde tak van sport en het oefenen van een bepaalde vaardigheid. Trainen is een doelbewust en doelgericht proces om prestatievermogen te laten toenemen. Vanuit deze definitie kan je alleen met een gezond paard trainen, met inachtname van de trainingsprincipes en daarbij een ‘normale’ trainingsopbouw verwachten. Gezond betekent hier het afwezig zijn van lichamelijk ongemak.

Is er wel sprake van lichamelijke beperkingen (zie gele/oranje vlaggen), dan vraagt dit om aangepaste training indien mogelijk. De training is dan gericht op het pijnvrij en zonder ongemak, zo normaal mogelijk kunnen functioneren, binnen de mogelijkheden van het paard. En is er sprake van een chronische aandoening, zoals artrose of hoefkatrolproblemen, dan blijft het een levenslang proces om je training aan te passen aan de mogelijkheden van je paard.

Rode Vlaggen

Er zijn situaties waarin het duidelijk is dat je niet met je paard gaat trainen, dit noemen we rode vlaggen. Als er een van onderstaande problemen aanwezig is, is je paard in ieder geval niet trainbaar. Beweging blijft in sommige gevallen wel van belang, maar altijd alleen na advies van de dierenarts.

  • Kreupelheid die acuut is ontstaan of waar nog geen diagnose van is
  • Plotseling ontstane zwellingen aan de benen
  • Verwonding/open wond
  • Ziekte (droes/rhino)
  • Hoefzweer
  • Hoefbevangenheid/spierbevangenheid
  • Koliek
  • Inwendige ziektes
  • Koorts
  • Recent trauma
  • Acute ataxie
  • Kanker
  • Forse bewegingsbeperking met pijn
  • Extreem mager
  • Extreem gedrag: staken/agressie/learned helplessness
  • Neurologische problemen
  • Negatief advies van de DA
  • Botbreuk
  • Pijn (welke oorzaak dan ook)
  • Niet veilig: omgeving/gedrag
  • Niet aan kunnen raken> fysieke oorzaak
  • Niet gediagnostiseerde problemen
  • Hartproblemen
  • Mentaal trauma
  • Zwellingen pezen
  • Acute overvulling peesschede, ook zonder kreupelheid
  • Toename van overvulling
  • Uitbolling pees aan achterkant (schade opp buigpees)
  • Maagzweer

Oranje/gele vlaggen:

Dit zijn situaties waarin je wel kan trainen, MITS AANGEPAST en na groen licht van dierenarts/behandelaar. Welke aangepaste training er voor welke situatie nodig is hangt ook weer af van het advies van je dierenarts en in samenwerking met je behandelaar (osteopaat/fysiotherapeut) en trainer. Heb je een paard met een van onderstaande problemen, dan is het des te belangrijker om professionals om je heen te hebben die weten wat ze doen en ervaring hebben met revalidatietraining. En in alle gevallen geldt uiteraard dat als het gedrag in negatieve zin verandert, je dit serieus moet nemen. Er is namelijk ALTIJD een reden waarom je paard NEE zegt.

  • Lichte kreupelheid waarvan de oorzaak bekend is
  • (lichte) artrose
  • Stijfheid
  • Headshaken
  • Lichamelijke ‘zwakke plekken’ (onderhals, zwakke lendenen,strakke spieren etc)
  • Onregelmatige tact
  • Kissing spines
  • Instabiliteit/chronische ataxie
  • Negatief gedrag tijdens het rijden, waarvan oorzaak pijn uitgesloten is
  • Slechte hoeven
  • Duidelijke assymmetrie stand/beweging
  • Slecht gebit
  • Stilstand/achteruitgang in de training, waarvan pijn als oorzaak uitgesloten is
  • Slecht passend harnachement
  • Leeftijd
  • Basisconditie/voedingstoestand
  • Voor/na bevalling
  • Stabiele gallen

 

Bepaal je doel

Als je twijfelt over de trainbaarheid van je paard, schakel dan een professional in. Het zal verschillen bij wie je als eerste begint. De een begint bij de dierenarts, de ander bij de osteopaat en de volgende zal eerst kijken hoe de trainer erover denkt. Waar het om gaat is dat, welke interventie je ook toepast, er een positieve uitkomst moet zijn.

Je hebt een bepaald doel voor ogen, bijvoorbeeld je paard springt overkruisd aan in galop, en dat wil je oplossen. Als je merkt dat het ondanks een correcte hulp niet lukt, dan ga je een fysieke oorzaak uitsluiten. Begin je bij de osteopaat/fysiotherapeut, dan kan het zijn dat er blokkades gevonden worden die het correct aanspringen belemmeren. Echter hoeft het niet altijd zo te zijn dat alleen die blokkades de oorzaak zijn. Op het moment dat je paard na de behandeling weer fijn en correct aanspringt en dit zo blijft, kan het probleem opgelost zijn.

Wat ook kan gebeuren, is dat het na 2 weken toch weer slechter gaat. Heeft de behandeling dan niet geholpen of heeft de behandelaar haar werk niet goed gedaan? Nee, in bijna alle gevallen is er dan een onderliggende oorzaak, zoals een kreupelheid in het been of irritatie van het SI-gewricht, of er is gewoon nog een behandeling nodig. De gevonden blokkades gaven nog eens extra problemen, na het behandelen is er tijdelijk sprake van verlichting, maar de oorzaak zit er nog. Tijdens het eerste onderzoek komt dat niet altijd direct naar boven. Het is daarom zo belangrijk om te blijven overleggen met je behandelaars, zodat de informatie zo compleet mogelijk is, er adequaat advies gegeven kan worden en ook beter samen gewerkt kan worden door de verschillende disciplines. En zie het ook als een samenwerking waarin jij als eigenaar een belangrijke rol speelt!

Efficiënt trainen

Een zo efficiënt mogelijke trainingsopbouw vraagt om planning. Als je je doel hebt bepaald, bijvoorbeeld het opbouwen van conditie in de galop, dan kan je je week gaan indelen. Als je paard galopperen zwaar vindt en snel vermoeid raakt, dan doe je 1x in de 3 dagen een training met galop. Hoe je checkt of je paard iets zwaar vindt kan je lezen in mijn vorige blog. De intensiteit hangt af van de getraindheid van je paard, bij een slechte galopconditie begin je met intervaltraining. 30 sec galop, 1 min draf, 30 sec galop, 1 min draf en dan op de andere hand hetzelfde. De andere 2 dagen doe je andere oefeningen waarbij je het lijf soepel maakt voor de beweging die in de galop gevraagd wordt. Zo geef je voldoende hersteltijd na de trainingsprikkel en is je paard bij de volgende training weer topfit om de galop op te pakken.

Revalidatietraining kan hele andere doelen hebben, zoals puur het in beweging houden van het lichaam zonder een trainingsprikkel te willen geven. Hierbij blijf je zeker onder de vermoeidheidsgrens, omdat balans en coördinatie dan extra belangrijk zijn wil je paard correct blijven bewegen. Afhankelijk van de blessure/aandoening en de chroniciteit ervan, blijven sommige paarden in deze fase, waar andere op den duur doorstromen naar weer meer sportspecifiek trainen. Een volgende blog zal hier dieper op ingaan.

Deel deze blog

Meer te ontdekken

Voeding

Weet wat je paard eet!

En? Heb je de tekst gelezen over hoe gezond een Mars wel niet moet zijn? Lachen hè? Hoe ze toen dachten… Daar trap je nu

Gedrag

Mijn paard heeft zijn oren vaak plat

Vorige week zei een van mijn leerlingen: “Ik denk dat ik mijn paard teveel druk geef, hij heeft zo vaak zijn oren naar achteren.” Ze