Geschreven door onze gastblogger Monya Spijkhoven van de Gelukkige Ruiter Academie en connectie bij HorseConnect en Jente Driessen van HorseComplete en HorseConnect.
Jente schrijft: Je herkent dat wel, je ziet iemand rijden, longeren of whatever doen met zijn paard en je denkt:
En je hart klopt voor het paard, want paardenwelzijn staat voorop, het brandt in je. Je zou er in willen springen, helpen en de oplossing willen aanreiken. Of minstens het bewustzijn willen kweken. Helpen doen we graag als het paardenwelzijn voorop staat en het hart op de goede plek zit. Je zou überhaupt de hele wereld wel willen redden, maar dat is weer een ander verhaal 😊.
Oké maar dit hebben we vaker meegemaakt, denk je. En je slikt het in. Want je weet inmiddels dat je met je beste intenties vast en zeker weer weggezet wordt als bemoeial; “Oh ja? Ik doe het ALTIJD zo.” Of je denkt, tja, zij is veel hoger geklasseerd dan ik, hoe kan ik daar dan iets over zeggen. Of je krijgt een “jij weet het zeker weer beter” voor je kiezen. Met als gevolg boze mensen en verstoorde relaties tussen stalgenoten. Niet leuk. En dat is ook niet wat je wilt.
Daarom schrijf ik samen met Monya dit blog en vraag ik haar hoe je nou iets tegen iemand zegt op een positieve en constructieve manier, zonder dat iemand boos of geïrriteerd raakt en je advies in de wind geslagen wordt? Moet je het überhaupt wel advies gaan noemen? Is dat al niet te belerend? Is het beter om te spreken uit ervaring of een voorbeeld te nemen? Wat triggert mensen en wanneer worden ze, of maak je mensen nieuwsgierig voor wat je te vertellen hebt?
Ik moet je eerlijk vertellen, soms interesseert het mij niet wat iemand ervan vindt of van mij vindt als ik mijn mening ergens over uit. Met name als ik zie dat iemand iets doet met zijn paard wat echt niet door de beugel kan. Dan ben ik maar de boeman en maak ik iemand boos, maar dan heb ik het negatieve wel even gestopt en laten weten dat het echt anders kan. Hopelijk plant dat dan een zaadje bij die persoon en gaan ze er, in rustige omstandigheden, over nadenken. Maar dit is wel mijn laatste redmiddel, als ik zie dat een paard ontzettend lijdt.
Je kunt natuurlijk niet zomaar wat in de rondte roepen en dat bestempelen als de waarheid. Je moet wel met een gegrond verhaal komen, wat je kunt uitleggen aan de hand van feiten of voorbeelden. Oei feiten, ook al een best beladen woord als de boodschap voor jou is… Als je iets wilt vertellen aan een persoon die al niet zo zeker is van zichzelf (en dat wel wil uitdragen), dan voelt iemand zich al snel aangevallen en dan weet je dat er niet meer naar je geluisterd wordt.
Beginnen met een feit lijkt dan niet de beste methode. Beginnen met een compliment of een positief iets wel! Maar hoe breng je daarna nou over wat je daadwerkelijk wil zeggen?
Wat denk jij Monya, hoe zou jij dit oplossen?
Monya schrijft: Dit, dit komt zoooo vaak voor. Niet alleen in de paardenwereld, maar ook in de mensenwereld. Alles wat we zien, daar vormen we een mening over. Of een oordeel of aanname, we hebben er een beeld bij. Op basis van ons model van de wereld, de ogen waar we door kijken en de ervaringen die we hebben.
Natuurlijk weten we het soms beter. Bij mijn kinderen kreeg ik ook geen handboek. Je ziet ze ‘fouten’ maken die je zelf al lang gemaakt heb en ze maken ze toch, of ik nu waarschuw of niet 😉.
Ik begrijp het, en zodra er paarden bij komen kijken, of dieren in het algemeen, dan ligt leed om de hoek. Want niet iedereen is even ver als dat jij bent. Er zijn altijd mensen die verder zijn dan dat jij bent, maar ook mensen die nog lang niet jouw kennis en ervaring hebben. Het is belangrijk om dit echt in acht te nemen. Want soms lijkt iets zo (on)logisch dat je gewoonweg niet kunt begrijpen dat een ander dat niet zo ervaart.
Empathie en compassie is het tweede stuk. Je zult denken: hoezo?! Die gast trekt zijn paard in de krul, hoe kan ik daar nu empathie en compassie voor hebben? Dit heeft dan weer alles te maken met je basishouding. Daar kom ik zo op terug.
Het derde is kennis, zoals je hierboven al benoemd. Feiten en onderbouwingen. Dat lijkt heel logisch en begrijpelijk. Toch is bewezen dat het strooien van kennis niet altijd effectief is. Want zodra er negatief gedrag aanwezig is, is er emotie en staat leren op een laag pitje. Ook het opnemen van kennis is dan sterk verminderd. Het heeft dan zelfs een irritatiefactor. Dan kan iemand denken: komt ze weer hoor, met HAAR kennis. Daarnaast kan niet iedereen kennis begrijpen, al onderbouw je het nog zo goed. Simpelweg omdat iemand nog niet zo ver is.
Zodra je bewust wordt, dan zie je alles in de paardenwereld. Veel paarden lijden. Onbewust. Paarden lopen niet regelmatig, hebben painfaces, je ziet de copingspatronen en het compenseren. Dat kan je beïnvloeden. Het kan je een “missie” geven, maar missies hebben een keerzijde: het kan je verteren. Het wordt dan de kapstok van het ventileren van je kennis en ervaring en je houding t.o.v. de ander. Dat kan leiden tot reacties zoals: heb je haar weer.
Allemaal valkuilen. Even nodig om een aanloop te maken naar wat je dan wel kunt doen! 😉
Want je kunt wel wat. En dat is misschien wat anders dan je denkt. Want niet elke situatie is hetzelfde.
Samenvattend: als je bij jezelf kunt blijven, en compassie hebt voor de ander dan geeft dat een betere basis voor het geven van feedback (je mag ook lezen: delen van kennis of voorzichtig opbouwende kritiek). Veel feedback of aanwijzingen volgen op emotie. En als er iets negatiefs is, is er meestal al emotie. Het risico dat je dan loopt om in die emoties te botsen, is groot. Daarnaast kun je “last” hebben van je eigen emoties. Er is drive en missie, dus je wilt ventileren, je wilt helpen, aanreiken en die ander doet iets fout, dat paard lijdt en het kan anders! Als ik het zo schrijf, durf ik te zeggen dat je precies voelt wat ik bedoel. En daar zit een beetje ergernis in, of frustratie, of zelfs boosheid. Geen basis voor het aangaan van een gesprek of geven van feedback. Dus jouw basishouding is belangrijk.
Die basishouding is ook belangrijk om serieus genomen te worden. Ik ben zowat de meest klunzige paardentrainer van Nederland denk ik. Velen zullen gedacht hebben: zij? Als ik weer eens over een poetskist struikelde, met stro in mijn haar. Zeker in de tijd dat ik minder zeker was van mezelf. Nu, jaren later (klunzigheid is gebleven), ben ik zo ver dat het me niet zo boeit wat een ander denkt. Dat geeft rust, en een soort overwicht, senioriteit. En zo kom ik ook over. Dan is het makkelijker voor een ander om iets van me aan te nemen. Dus eigenwaarde is wel een factor om in alle rust te kunnen ventileren.
De kans op afwijzing is ook iets wat je voor lief moet nemen. Want die ander, die is nog niet zo ver. En ook al gaat er iets fout, dan is dat waarschijnlijk nog altijd zijn beste poging. Bij die ander lijkt er iets dwars te zitten, want jij voelt je geroepen te gaan helpen. Echter is de kans dat die ander wilt aannemen wat jij wilt geven vaak gering. Dat is iets wat je moet accepteren. Zodra er gedachten in je hoofd zitten die zorgen dat je je daar onzeker over voelt, is het advies: niet doen. Want dan komt het zeker niet aan.
Alle pijlen wijzen dus nog steeds op jou en niet op die ander 😉.
Zomaar aanspreken werkt meestal niet. Zomaar helpen ook niet. Zomaar redden ook niet. Het goede voorbeeld geven werkt in ieder geval. De goede timing in het aanspreken ook. Nooit direct. Nooit openlijk. In rust, ergens waar die ander makkelijk aanspreekbaar is. Als er minder emotie of frustratie is. Als je zelf ook rustig genoeg bent.
Ennnn, coachingskills. Want overbrengen wat jij wilt, maar wat die ander nog niet weet of kan of waar die nog om vraagt, daar zit een gat tussen. En dat gat, dat is bewustwording bij de ander. En dat gaat het beste van binnenuit. Dus iets aanreiken van bovenaf: “joh, als je nu dit en dit doet, is je probleem weg..” is minder effectief dan vragen stellen: “Jeetje, ik zag dat dit en dit gebeurde, wat deed dat met jou?” gevolgd door vragen als “Loop je daar vaker tegenaan?” “Heb je het al eerder opgelost?“ “Heb je een idee wat je nodig hebt om dit te voorkomen?” “Wat zijn je doelen?” “Hoever ben je daarin al?” “Ik zag dat dat en dat al heel goed ging.” “Mag ik je vanuit mijn ervaring iets meegeven?” Gevolgd door feitelijke kennis zodra er een kapstokje is waarbij je kunt aanhaken. Als je dat op die manier doet sluit je aan op het niveau en gevoel van die ander. Je strooit niet alleen maar willekeurig wat er in jou leeft, nee je stemt zo precies af op die ander. De kans dat het wordt aangenomen is dan groter.
De oplossing aanreiken is vaak een te grote stap, als het namelijk zo eenvoudig was om gewoon jouw oplossing over te nemen en toe te passen waren er maar weinig problemen in de wereld. Maar onderzoeken waar het stukje zit door vragen te stellen aan de ander, achterhaalt waar je iets kunt toevoegen dat de ander kan begrijpen en aannemen.
En, soms, soms moet je je omdraaien en het leed laten waar het ligt. Want soms kun je gewoon niks. En dat moet je accepteren. Net zoals dat je zaken in de hele wereld moet laten liggen, want die zijn niet allemaal voor jou. Dan is het slikken en weggaan. Ook de acceptatie dat die ander zijn eigen weg moet volgen hoort daarbij. Hoe rottig dat soms voor paarden ook is. Er is altijd een kapstok nodig om effectief een zaadje te planten. Iemand moet het van je kunnen aannemen. Het gaat namelijk niet om jou, zelfs als je daar heel zeker staat te staan, goed hebt getimed, rustig bent, coachend begint, kun je afgewezen en bekritiseerd worden.
Het helpt om een soort van expert te zijn. Daar zal ik niet omheen draaien. Dan heb je toch een soort status. Dat maakt het net even iets makkelijker. Maar als iemand onnodig zijn paard staat af te rossen, ja dan kom ik ook met de “verbale” koekenpan. Dan kan ik eigenlijk niet anders dan een keer heel duidelijk zijn. Of het effectief is, dat blijft altijd de vraag. Maar ik ben in ieder geval mijn ei kwijt 😉.
Zie jij problemen om je heen en wil je weten hoe Monya en Jente dat zouden aanvliegen? Geef dan een reactie op dit blog en vraag het Monya 😊 Tot deel 2!