Hoewel de manier van bekappen of beslaan een grote invloed heeft op de gezondheid van de hoeven, zijn er veel meer factoren die van invloed zijn. Een aantal van deze factoren zijn bij iedereen waarschijnlijk wel bekend, maar bij de meeste stallen krijgen niet alle factoren altijd evenveel aandacht.
1. Het bouwplan: DNA
Om te beginnen bij het begin: de genen. Hoewel het DNA van jouw paard geen garantie geeft voor gezonde dan wel ongezonde hoeven, heeft het wel degelijk een grote invloed. Al in de baarmoeder heeft de genetische opmaak van jouw paard invloed op de hoef. Zowel het formaat van de hoef als de kwaliteit van de botten, de hoefwand, de zool en de straal wordt beïnvloed door de genen. Het DNA geeft echter alleen de blauwdruk, het bouwplan. Het is vervolgens afhankelijk van de beschikbare materialen, de zorg tijdens de bouw en de belasting tijdens/na de bouw die bepaalt of de hoef zijn volle potentie kan halen. Goede genen staat dus niet garant voor goede hoeven. Maar, bij slechte genen, een slechte blauwdruk dus, is het wel erg moeilijk om nog een gezonde hoef te krijgen, net als dat een slecht bouwplan de kans op een stevig huis een stuk kleiner is.
2. De fundering
Om bij de vergelijking van het huis te blijven; komt na het maken van het bouwplan, de fundering. De fundering is waar het hele huis op rust en is het eerste wat aangelegd wordt. Dit kun je vergelijken met de veulentijd. Al vanaf de eerste keer dat het veulen opstaat wordt door middel van belasting en voeding de vorm en kwaliteit van de hoef bepaald. Hierbij is belasting en beweging van groot belang. Het is namelijk de beweging die het veulen krijgt, die voor een groot deel bepaalt hoe sterk de hoef wordt. Zowel de botten in de hoef als de hoefwand, zool, straal en straalkussen worden sterker onder belasting.
Denk maar eens aan astronouten: door het gebrek aan zwaartekracht tijdens een ruimtevaart is de belasting op hun botten zo klein dat ze last krijgen van osteoporose, zwakke botten dus. In de ruimte geen probleem, maar weer terug op aarde best lastig. Iets vergelijkbaars gebeurt in de botten, hoeven en zelfs pezen van het paard. Er wordt, onder sturing van het DNA een bepaalde hoeveelheid bot, kraakbeen, peesweefsel etc. aangemaakt. De belasting die het veulen ondergaat tijdens het rennen en springen in de wei en het klauteren over stenen die het lichaam stimuleert om hele kleine aanpassingen te doen om sterker te worden. Voor een goede fundering, is het dus belangrijk dat een veulen al jong ruim de kans krijgt om te bewegen op verschillende ondergronden.
Wat ook niet moet worden vergeten is het bekappen van het veulen. Juist in de veulentijd kan een afwijkende houding zorgen voor een afwijkende stand van de hoeven. En alleen bij jonge veulens kan er nog echt worden gestuurd in de hoefstand.
3. Het bouwen van het huis… paard
Ook in de eerste jaren van het paard blijft het belangrijk dat er genoeg aandacht wordt besteed aan de hoefgezondheid. Dat wil zeggen: het bekappen, maar, ook de voeding en beweging. Hoewel met de paarden tot 3-4 jaar meestal niet wordt gewerkt, zijn dit nog vormende jaren voor de hoefgezondheid. Het is dus belangrijk dat ook de een, twee en drie-jarigen genoeg beweging krijgen het jaar rond op verschillende ondergronden.
Het is in Nederland vrij standaard dat de jonge paarden een paar jaar naar de opfok gaan. En dat is best een prima oplossing. Echter is het nadeel op gebied van hoefgezondheid, dat in de opfok er vooral weidegang en groepsstallen beschikbaar zijn. Veel jonge paarden komen dus zelden op een harde ondergrond. Dit heeft invloed op zowel de vorm van de hoef (bij een zachte natte ondergrond wordt de hoef breder) alsook de kwaliteit van het materiaal. Het lopen op een harde ondergrond zorgt namelijk voor het ontwikkelen van dichter, harder hoefmateriaal. En dat geldt voor zowel de hoefwand, zool, de botten en zelfs de straal en het straalkussen worden dikker en steviger bij regelmatige beweging op harde ondergrond.
Ook de voeding heeft uiteraard invloed op de hoefgezondheid: Bij tekorten aan mineralen en vitaminen kunnen er verschillende problemen optreden. Om het verhaal niet te medisch te maken laat ik de details achterwege maar het komt hierop neer: tekorten zorgen op welk vlak dan ook voor een ongezond paard, inclusief ongezonde hoeven. Van de andere kant is overmaat, net als bij mensen, ook niet gezond. Bij zware jonge paarden is ook de belasting op de hoeven groter dan wenselijk: er is dus grotere kans op standafwijkingen, vroegtijdige slijtage etc.
4. Het onderhoud
Het paard is nu volwassen, met de beste hoefkwaliteit die genetisch haalbaar was. De veulentijd ging perfect, en in de opfok heeft jouw paard heerlijk buitengespeeld, zowel in de wei als op verharde ondergrond. En dan komt nu de grote uitdaging: het gezond houden van de hoeven!
-
Beweging
De eerste stap in het behouden van gezonde hoeven ben je al tegengekomen: beweging op alle soorten ondergronden. De beweging houdt de hoeven hard en gezond, en is mentaal ook nog eens goed voor je paard. Maar beweging doet meer; het zorgt namelijk ook voor een goede doorbloeding van de hoef! En die doorbloeding zorgt ervoor dat je stap twee niet voor niets neemt.
-
Voeding
De tweede stap is de voeding. Net als bij het jonge paard zorgen tekorten in de voeding voor een slechtere kwaliteit van het hoefmateriaal. En het tegenovergestelde, de overmaat, heeft een vrij bekende consqeuentie natuurlijk: het risico op hoefbevangenheid met alle gevolgen van dien. Alle voedingsstoffen die in de voeding van het paard zitten worden vervolgens, dankzij de goede doorbloeding die je al had gewaarborgd, in de hoef afgeleverd. De voedingsstoffen zijn de bouwmaterialen waar de hoef uit wordt opgebouwd en waarmee de hoef wordt onderhouden.
-
Vochtbalans
Er is echter meer voor nodig om de hoeven gezond te houden. Een derde voorwaarde is de juiste vochtbalans. Een vochtige hoef, is een weke hoef. En een weke hoef vervormd makkelijk. Paarden die veel in een natte stal of natte weide staan hebben daarom vaker een breed uitwaaierende hoefwand. In de natte wei is dat nog enigszins functioneel; het zorgt ervoor dat ze meer grip hebben en minder wegglijden. Maar de nadelen van zo’n breed uitwaaierende hoefwand overheersen: grotere kans op white line disease door een zwakkere witte lijn, grotere kans op steuren in de hoefwand, meer moeite met het nemen van bochten (de breedte van de hoeven functioneren dan als een soort zij-wieltjes) en meer krachten op het hoefgewricht en de buigpezen omdat in de meeste gevallen de hoef ook langer is geworden.
Op het moment dat het paard met zijn uitgewaaierde hoef in de natte weide loopt zijn die laatste 2 problemen niet zo groot. De grond is immers zacht dus de hoef zakt wel weg in de grond. In de natte stal is het ook niet zo’n probleem, het paard staat immers stil. Als het paard echter uit de wei of stal wordt gehaald en aan het werk wordt gezet, is het een ander verhaal. De ondergrond is dan vaak wat steviger, waardoor de lengte en breedte van de hoef voor problemen gaat zorgen. De kans op blessures neemt nu toe.
-
Gezond paard
De laatste voorwaarde voor gezonde hoeven is wat ingewikkelder: een gezond paard. Paarden die ziek zijn of een blessure hebben bewegen vaak afwijkend. Deze afwijkende beweging zorgt ervoor dat de hoeven scheef belast worden en de doorbloeding vermindert. Ook kan een blessure zelf voor verminderde doorbloeding zorgen en kan een ziekte zorgen voor een lagere toevoer van voedingsstoffen.
Samenvatting
Voor gezonde hoeven is het van belang dat vanaf het kiezen van de hengst tot de laatste levensdag van jouw paard alles klopt. Zowel als veulen, in de opfok, als bij het volwassen paard zijn goede voeding, voldoende beweging op verschillende ondergronden en een droge ondergrond van groot belang voor de gezondheid van de voeten.
Heb je vragen over de voeten van jouw paard of de omstandigheden waarin jouw paard wordt gehouden? Je bent altijd vrij om contact op te nemen!