Er is al veel geschreven over rugpijn bij paarden, maar het onderwerp kan niet vaak genoeg aan bod komen. Een onderzoek van de universiteit Wageningen heeft aangetoond dat 30% van de Nederlandse paarden rugpijn hebben. Ik denk dat dat aantal veel hoger ligt. Mijn dagelijkse werk bestaat immers uit het behandelen van paarden met grotendeels het probleem: rugpijn. Niemand wil dat zijn paard rugpijn heeft en we willen het allemaal voorkomen. Helaas lijkt het soms onvermijdelijk dat ieder paard weleens gevoelig is op de rug. Maar wanneer is de reactie normaal en wanneer moet er actie ondernomen worden? Ik zal dat in deze blog d.m.v. theorie en filmpjes uitleggen.
Biomechanica van de rug
Om te snappen hoe rugpijn ontstaat is het belangrijk om de biomechanica van de rug te begrijpen. Het model dat daarvoor gebruikt wordt is in 1946 ontstaan. Dhr Slijper beschreef de rug als een span-boog model, waarin de rug de boog is die onder spanning gehouden wordt door de buik(spieren). Dit suggereert dat de wervelkolom als geheel beweegt, echter, in de praktijk is het een stuk minder simpel. Landman et al. (2004) toonden aan dat bij paarden zonder rugpijn, de zijwaartse beweging toeneemt van T2-T11/13 en afneemt van T13-T15 en dat er bijna geen zijwaartse beweging plaatsvind thv L6-S1. Dit komt door de grote dwarsuitsteeksels van de lendenwervels die de zijwaartse beweging beperken.
In de loop van de jaren zijn er veel onderzoeken gedaan naar de invloed van de spieren op de bewegingen van de rug. Rooney liet in 1969 zien dat de buikspieren niet de capaciteit hebben om de rug te laten opbollen, ze ondersteunen deze beweging wel. De grote rugspieren die over de rugwervels lopen spelen hierbij een belangrijk rol. Hans Carlson toonde in 1976 aan dat de belangrijkste functie van de rugspieren niet het vergroten van de beweeglijkheid van de rug is, maar juist het beschermen van de rug tegen bewegingen die voorbij de normale beweeglijkheid gaan.


Veranderd bewegingspatroon door rugpijn
Bij paarden met rugpijn verandert het bewegingspatroon van de rug; de beweeglijkheid van de laatste borstwervels vermindert, de rotatie van het bekken neemt af en er is een grotere zijwaartse beweging thv T13. Klinisch is er een verminderde beweeglijkheid richting flexie/extensie in de thoracolumbale overgang (TLO, zie tekening). De TLO is een regio die erg kwetsbaar is voor rugpijn. Een paard dat rugpijn heeft probeert te bewegen op een manier zodat de pijn vermindert. Hiervoor houdt hij de TLO stijver, zowel instap als in draf. De schoft en bekken bewegen ook minder, waardoor je, als je achter het paard staat, een grotere zijwaartse swingende beweging ziet in plaats van meer een lemniscaat beweging.
De oorzaken van rugpijn zijn zeer uiteenlopend:
- Slecht passend zadel
- Manier van rijden
- Pijn elders in het lijf
- Kreupelheid
- Problemen met organen zoals buikpijn/hengstigheid
- Overbelasting
- Andere diagnoses zoals kissing spines
- Wervelblokkades
Hoe controleer je of je paard rugpijn heeft?
Een paard met rugpijn kan dit op verschillende manieren laten merken:
- Minder voorwaarts zijn
- Minder goed willen buigen
- Moeite met een bepaalde kant op buigen
- Kortere passen maken
- Boos reageren op zadel/poetsen
- Etc.
Het lastige aan dit soort lijstjes is dat de oorzaak ook ergens anders kan liggen, het hoeft niet per se rugpijn te zijn. Daarom is het handig als je zelf in ieder geval kan checken bij je paard of hij mogelijk last heeft van zijn rug. Schakel bij twijfel altijd een professional in.


De ruglijn van je paard kan wat zeggen of hij gevoelig is voor rugpijn, maar staar je daar niet blind op. Ook paarden met een mooie ruglijn kunnen gevoelig/pijnlijk zijn op lokale plekken.
Zelf testen
De rug hoort zacht aan te voelen en als je eroverheen strijkt voel je nergens verhardingen. Zacht is te vergelijken met een zacht matras, je duwt erin en je kan lekker wegzakken.
Filmpje van een paard zonder rugpijn:
Ga met je vinger over de rugspier, ongeveer 2 cm naast het midden van de rug. De hoeveelheid druk die je geeft is te vergelijken met als je met je vinger boter over brood zou uitsmeren, te hard en je krijgt gaten, te zacht en je smeert niet.
Tekenen van rugpijn:
- Algeheel harde spieren, soms niet alleen op de rug maar het gehele lijf voelt hard aan. Hard is te vergelijken met een hard matras, je duwt erin en voelt veel weerstand.
- Zachte rugspier met op sommige plekken verhardingen
- Je strijkt over de rug en op sommige plekken spant de rugspier ineens aan
- Je strijkt over de rug en op sommige plekken duikt je paard wat weg onder je hand
- Je strijkt over de rug en op sommige plekken trekt je paard een neusvleugel op of keert wat naar binnen
Als je bij je paard dit soort reacties tegenkomt heb je meestal een triggerpoint, ofwel spierknoop, te pakken. Vaak is de wervel die daarboven ligt geblokkeerd.
Filmpje van een paard met rugpijn:
Hoeveel last een paard heeft is individueel! Wij kunnen zijn pijngrens niet bepalen. Sommigen laten al bij een milde reactie problemen laten zien, anderen lopen door tot ze echt niet meer kunnen. En soms zitten pijnpunten dieper, waardoor je het aan de oppervlakte minder goed voelt. Jij als eigenaar kent je paard het beste, voelt hij anders dan anders, heb je een onderbuik gevoel, raadpleeg gewoon een professional. Onderschat het verschil niet tussen jezelf en een professional, zij zijn geschoold in het voelen, hun vingers zijn als het ware hun ogen en voelen daardoor veel beter of iets afwijkend is of niet.