De 7 ingrediënten die jou een goede ruiter maken!

Ben jij de beste ruiter voor jouw paard of is dit in ieder geval jouw doel? Weet jij wat jouw invloed op je paard is en waarom je hem traint zoals je doet? Hierbij de 7 ingrediënten en een tip waaruit jij kunt opmaken of jij als ruiter het optimale uit jouw paard kunt halen. Als jij veel van de vragen met ja kunt beantwoorden, dan ben je goed bezig!

1. Kennis van de anatomie

Wat weet jij van de anatomie, natuurlijke beweging en lichamelijke (on)mogelijkheden van het of jouw paard? Heb jij je er weleens in verdiept? Welke spieren gebruikt een paard om jou correct te kunnen dragen en hoe lang kan hij deze aanspannen? Wat voor training, kracht en welke spieren heeft het paard nodig voor een goede balans en om tot een schoftlift te komen. En waarom zou je dat willen? Weet jij hoe een schoftlift eruit ziet en wat er dan gebeurt in het lichaam van het paard?

Hoe lopen de wervels in de hals en wat betekent het voor een paard om achter de loodlijn te lopen, dus te diep of te laag? Hoe verhoudt zich dat met zijn bouw als je naar het onderstaande plaatje kijkt? Welke wervels worden extra belast bij een incorrecte houding en hoe ontstaat dan een CTO blokkade? Wat gebeurt er met de bewegelijkheid van de voorbenen van een paard met een CTO blokkade?

Wat is de psoas en wanneer wordt deze gebruikt? Wellicht wat moeilijke, maar cruciale vragen voor elke ruiter die zijn paard in balans wil rijden en oprichten. Op HorseConnect vind je vele blogs over de schoftlift, psoas, CTO en nog veel meer….

Bron: File: Horse anatomy.svg

2. Kennis van het mentale paard

Hoeveel weet jij van het natuurlijke gedrag van een paard en manier van leren wat per paard verschillend kan zijn? Geen enkel paard is hetzelfde. De een is introvert en de andere extrovert en net als bij mensen gebruikt het ene paard meer zijn linker hersenhelft en de andere de rechter. Dit maakt al dat elk paard anders reageert. Met een introvert paard is het veel moeilijker wedstrijden rijden dan met een extrovert paard, je kunt er wel weer heerlijk de bossen mee in zonder alertheid op elk blaadje. Zo zijn er nog veel meer kenmerken en karaktereigenschappen te benoemen.

Hoe socialiseert het paard zich met andere paarden en waarom dit zo belangrijk is voor zijn mentale gesteldheid. Goede huisvesting is dus een groot onderdeel van het paarden welzijn. Komt jouw paard voldoende buiten om daarna ook in zijn werk ontspannen te zijn.

3. Bewustzijn van je lijf

Een onafhankelijke houding en zit hebben en een sterke core-stability, waardoor je goed in balans kan blijven en het paard niet stoort in de beweging. En dit in een aangespannen ontspanning. Een hele kunst, maar wel een hele primaire! Kun jij het?

Spierballen zijn doorgaans voor het rijden niet nodig, een sterke rug en buikspieren wel. Vooral dat je zelf recht bent en zit, flexibel bent en zowel links als recht goede coördinatie hebt is belangrijk, want dat verwacht je ook van je paard. Check je eigen lichaam op blokkades of scheefstand door periodiek naar een fysio of osteo te gaan voor behandeling of ter controle, dit geldt natuurlijk ook voor jouw paard. Zorg dat je een goed team om jou en je paard heen hebt staan, die je kunnen helpen. Heb je dat niet, kijk eens op onze website bij het professionalsaanbod, daar vind je de professionals die je nodig hebt.

4. Het gebruik van je handen

Een zachte, verende maar stille en begeleidende hand waarmee je vanaf jezelf naar de mond van het paard toe werkt (duwen) en de bewegingen kan volgen maakt dat jouw paard in balans kan komen. Zo rij je met volledig ruggebruik en lengte in de hals naar een goed dragend achterbeen en een schoftlift toe. Hoe onafhankelijk zijn jouw handen en armen?

Een dwingende, harde of strakke hand welke naar jezelf gericht is (trekken of jezelf vasthouden) blokkeren het paard, remt het in de bewegingen, stagneert het rug gebruik en verkort de hals. Dit maakt het grote verschil tussen de backmovers en de legmovers.

5. Samen trainen

Rij met de juiste intentie (energie en richting) en flow en sta in verbinding met het paard. Je traint namelijk samen en niet jij met hem of haar. Geef geen tegenstrijdige signalen, niets is zo verwarrend voor een paard.

Benader je paard zonder hoge verwachtingen, maar wel met een doel en vooral veel liefde. Laat je niet leiden door wat andere mensen van je denken en of je wel voldoet aan het plaatje, maar leidt je paard correct op en geef het de tijd die het nodig heeft. Als jouw paard verzet laat zien gaat er iets niet goed, zorg dat je dat tot de kern uitpluist, hij doet het niet voor niets.

6. Goede instructie

Niets is zo belangrijk dan dat jij en jouw paard goed begeleid worden in het trainen door de juiste instructeur en daardoor ook blessurevrij blijven!

Heeft jouw instructeur goede kennis van de anatomie, gedrag en natuurlijke beweging van het paard? Weet hij of zij veel van houding en zit en de juiste teugelvoering af? Zijn de definities van bijvoorbeeld een goede basis, balans, impuls, rechtrichten, ontspanning, aanleuning, intentie, schoftlift en gedragenheid bekend, is dit onderdeel van jouw training en kun je daar vragen over stellen? Dan heb je een goede te pakken!

7. Voeding

Je kunt nog zo’n goede ruiter zijn, maar dat gaat teniet wanneer er dingen niet kloppen, zoals je harnachement, hoeven die in onbalans zijn, als je paard beperkingen of pijn heeft door blokkades of knopen of blessures, maar voor de voeding is ook een grote rol weggelegd! Ook over dit onderwerp kun je uitgebreide blogs vinden op HorseConnect.

Geef je paard goede voeding, het liefst zo natuurlijk mogelijk! Voer geen of met mate krachtvoer, muesli ’s, paardensnoepjes, slobbers en andere papjes waar graanproducten of suikers in verwerkt zijn. Al vinden ze het nog zo lekker…..

Dit geldt voor een recreatiepony tot een topsporter en alles ertussenin. Dat betekent in basis goed en voldoende ruwvoer, eventueel aangevuld met voer op basis van ruwvoer zoals luzerne, esparcette, timothee, een vitamine&mineralen brokje of balancer en/of kruiden.

Alles wat je erin stopt komt er ook weer uit en kan resulteren tot een slecht of niet trainbaar paard door voedingsgerelateerde problemen. Als ruiter kun je dan niet of moeilijk trainen doordat je paard stijf is, snel verzuurt, te heet of te sloom wordt, maagzweren heeft, niet goed kan presteren en/of gedragsproblemen vertoont. Wil je weten wat de beste voeding voor jouw specifieke paard is, dan kun je informatie opvragen bij HorseComplete.